Kees (1946) groeide op in Dongen. Alle kinderen van het gezin Jansen stonden in de buurt bekend om hun tekentalent. Kees was meer bezig met ruimtelijke dingen. Zijn fascinatie voor beeldhouwen ontstond toen hij poppenkastpoppen van hout probeerde te maken. Eerst met een zakmes, later met beiteltje en guts.
Omdat er een vak geleerd moest worden, volgde Kees de opleiding bouwkunde aan de MTS. In zijn latere baan ontdekte hij echter de beperkingen van dit beroep. Mooie beelden maken, daar ging zijn hart naar uit. Dat bracht hem tot het besluit om naar de Kunstacademie in Tilburg te gaan. Later maakte hij de overstap naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam.
Het verblijf op de Rijksacademie voelde na verloop van jaren al even beknellend aan als zijn voormalige beroep in de bouw. Het moment om zich als vrij kunstenaar te vestigen was daar. Vanuit zijn atelier in Dongen wist Kees als beeldhouwer grote bekendheid op te bouwen. Sinds een aantal jaren woont en werkt hij in het Gelderse Gendringen.